Het waterschap Noorderzijlvest beheert en onderhoudt veel van de waterwegen in een groot deel van Groningen en Noord- en Midden-Drenthe en zorgt voor veilig en duurzaam waterbeheer. Eén van de beheersmaatregelen is het baggeren van watergangen. Als grotere watergangen dichtslibben komen de waterdoorvoer, de doorvaart of de ecologie in de knel. Het waterschap heeft MUG Ingenieursbureau gevraagd om een aantal baggeropgaven te begeleiden.
Urgente opgaven eerst
Vanuit het meerjarig baggerprogramma van het waterschap worden de opgaven met de meeste urgentie eerst opgepakt. De urgentie komt naar voren uit waarnemingen die het waterschap zelf doet of door opmerkingen vanuit de omgeving. Sinds de tweede helft van 2020 begeleiden we op vier verschillende locaties een baggeropgave; het Westeremdermaar, het Niehoofsterdiep, het Pietbuurstermaar en de Geweide in Thesinge. Gecombineerd gaat het bij deze vier watergangen om een lengte van 9 kilometer waar circa 61.800 m3 baggerspecie uitkomt.
De baggerspecie-puzzel
Bij het baggeren komt baggerspecie vrij waar we zo efficiënt mogelijk mee omgaan. We voorkomen hiermee hoge kosten, beperken de overlast voor de omgeving en verminderen de uitstoot van CO2. We merken overigens dat het waterschap aan deze laatste twee aspecten serieus waarde hecht, ook als dat extra inspanning of geld kost. Daarnaast is het natuurlijk zo dat de omgang met baggerspecie is gebonden aan wet- en regelgeving.
Om te weten waar we het over hebben bepalen wij of anderen eerst de milieu-hygiënische kwaliteit en de hoeveelheid baggerspecie. De percelen die naast de watergang liggen hebben de plicht de baggerspecie te ontvangen, maar het is echter niet altijd realistisch om de baggerspecie ter plaatse op de oever te verwerken, bijvoorbeeld als er bebouwing of een boomgaard op de oever staat. Het verwerken van de baggerspecie is elke keer weer een unieke puzzel. Helemaal wanneer ook een bestemmingsplan, archeologische waarden of ecologische waarden van invloed zijn. Bij het leggen van deze puzzel hebben we de kennis van al onze afdelingen nodig en de uitkomst is heel divers. Soms wordt de baggerspecie verwerkt op het naastliggende perceel, soms tijdelijk gedeponeerd in een depot en een enkele keer afgevoerd. Ook combinaties hiervan in één project komen voor. Als de baggerspecie van te slechte kwaliteit is zoeken we naar een alternatieve verwerking. In één geval is de baggerspecie zo verontreinigd dat een waterbodemsanering nodig is. Daarvoor schrijven wij een saneringsplan en stemmen dit af met het bevoegd gezag.
Afstemming met perceeleigenaren
Met de perceeleigenaren is altijd veel afstemming nodig. Zo moeten we aangeven hoeveel ruimte er nodig is voor de uitvoering van het werk en waar de transport- en werkstroken komen. Na het baggeren blijft de baggerspecie enige tijd liggen om te drogen en te rijpen. Met de perceeleigenaren maken wij afspraken over de uiteindelijke verwerking hiervan. Wij stellen de bijdragen en vergoedingen vast waar de perceeleigenaren recht op hebben. Soms kan het slib op het eigen perceel worden verspreid maar het kan ook zijn dat het op een andere manier afgevoerd moet worden. Een belangrijke vraag hierbij is altijd: is het milieu-hygiënisch verantwoord om het slib te verspreiden? Samen met de afdeling Milieu bekijken en beoordelen we die vraag.
Daarnaast zijn er vaak allerlei andere partijen betrokken waar wij het omgevingsmanagement voor verzorgen. Denk aan gesprekken met omwonenden, het verzorgen van informatiebijeenkomsten (fysiek of online), het schrijven van informatiebrieven en het contact met andere partijen als gemeenten, Staatsbosbeheer, TenneT, etc.
Oeverherstel
Soms is een project uitgebreider dan alleen baggerwerkzaamheden. Bij het Westeremdermaar voeren we ook een stuk oeverherstel uit omdat de kades hier op enkele delen afkalven en instabiel zijn. Het waterschap heeft daarbij de wens om de oevers gelijktijdig natuurvriendelijker en toekomstbestendig te maken. Voor het waterschap is dit een pilotproject, waarbij wij verschillende varianten technisch en financieel mochten uitwerken. Mede naar aanleiding van de pilot stelt het waterschap een nieuw beleid op dat handelt over de omgang met oevers.
Vergunningen, aanbesteding en uitvoering
Voordat we aan de slag kunnen zijn er soms vergunningen nodig. Denk aan een omgevingsvergunning, een watervergunning of een kapvergunning. Wat helpt is om de noodzaak van de vergunningen vooraf te bespreken met de vergunningverlener. Het proces om de vergunning te verkrijgen verloopt hierdoor soepel. Als de omgang met de baggerspecie duidelijk is, beschrijven we het werk in een bestek zodat aannemers hier een prijs voor kunnen berekenen. Het bestek met de tekeningen en bijlagen wordt uiteindelijk onderdeel van het contract tussen het waterschap en de aannemer. Secuur en duidelijk zijn is daarbij belangrijk.
De aanbesteding voor deze opgaven is door het waterschap verzorgd. Daarbij zijn vragen van inschrijvers door ons beantwoord en kregen wij een rol in de verificatie van de meest voordelige inschrijver. Na het kiezen van de aannemer gaat deze aan het werk. Tijdens de werkzaamheden verzorgen wij ook de uitvoeringsbegeleiding. Deze bestaat uit het dagelijks toezicht op het werk en het omgevingsmanagement. We controleren het werk van de aannemer door te peilen of de gewenste diepte gehaald is. Als er afwijkingen zijn dan beoordelen we die en geven daarover advies aan het waterschap. Het omgevingsmanagement bestaat uit het blijven informeren van de omgeving en de perceeleigenaren, ook tijdens de uitvoering.
Prettige samenwerking
In het hele proces is er veel contact met Ruurd van der Berg. Hij is projectleider baggerwerkzaamheden bij Noorderzijlvest en we hebben wekelijks een contactmoment. Het samenwerken verloopt plezierig en we vliegen de projecten zo praktisch mogelijk aan. Voor de toekomst kijken we samen hoe het waterschap de baggerwerken structureler kan aanpakken.