Archeologie

Archeologisch onderzoek kolonie Frederiksoord

Aan de Van der Meulenweg te Frederiksoord zijn afgelopen zomer twee nieuwe zogeheten ‘koloniewoningen’ gebouwd. De woningen maken deel uit van het project ‘Koloniewoningen van de Toekomst’. Met dit herbouwproject van de voormalige koloniewoningen wordt vormgegeven aan het streven van de Maatschappij van Weldadigheid om het unieke en historische koloniegebied te behouden voor de toekomst door het te ontwikkelen.

De twee nieuwe woningen zijn op exact dezelfde locaties gebouwd als waar de vroegere koloniewoningen hoeves 24 en 25 hebben gestaan. Deze hoeves zijn beide rond 1930 gesloopt. De beide nieuwe schuren liggen op de voormalige erven van deze hoeves. De archeologen van MUG Ingenieursbureau b.v. hebben het uitgraven van de bouwblokken van beide woningen en schuren archeologisch begeleid.

De eerste kolonies
In 1818 komt de sociaal bewogen Johannes van den Bosch met een ambitieus plan om de armoede in ons land te bestrijden door de stichting van landbouwkoloniën. Dit is het begin van de invloedrijke geschiedenis van de Maatschappij van Weldadigheid. In 1818 wordt landgoed Westerbeeksloot verkocht aan de Maatschappij van Weldadigheid en wordt de eerste landbouwkolonie van de Maatschappij van Weldadigheid gesticht, gevolgd door kolonie 2. De kolonies 1 en 2 worden samen ‘Frederiksoord’ genoemd. Eind 1818 staan hier 52 kleine boerderijen of hoeves klaar om arme stedelingen te ontvangen. Hier kunnen ze op werk en onderdak rekenen.

Het leven van toen
De kinderen gaan er verplicht naar school en er is een eigen ziekenfonds. Er komen kerken, winkels, scholen en zelfs rustoorden. Met deze sociale voorzieningen loopt de Maatschappij van Weldadigheid 80 jaar vooruit op de rest van Nederland en wordt daarmee beschouwd als de bakermat van onze verzorgingsstaat. Uit de resultaten van het archeologische onderzoek blijkt dat de voormalige bebouwing destijds grondig is gesloopt en dat hierbij waarschijnlijk ook het oorspronkelijke maaiveld gedeeltelijk is afgegraven en/of afgeschoven. Het aantal overgebleven sporen van de koloniewoningen is zeer gering en bestaan uit de restanten van twee giertonnen of beerputten en uit twee kleine restanten van de noordelijke en westelijke buitenmuur van hoeve 24.

Resultaten maken dagelijks leven zichtbaar
Naast hoeve 25 zijn humeuze greppels gevonden die in zebrapadformatie liggen. Deze greppels kunnen het restant zijn van een moestuin. In de slooplaag die op het hele terrein aanwezig is en in de gierton van hoeve 25 is veel vondstmateriaal aangetroffen, bestaande uit aardewerk, bouwmateriaal, glas en metaal. Ondanks de slechte conservatie van de restanten van de koloniewoningen, draagt het onderzoek zeer zeker bij aan de archiefgegevens die er over de voormalige bebouwing op de locatie bestaan. De resultaten van het onderzoek maken het dagelijks leven van de bewoners van deze koloniewoningen beter inzichtelijk.

Alledaags vondstmateriaal
Het vondstmateriaal is, zoals te verwachten is gezien de context, niet bijzonder rijk. Het betreft alledaags en redelijk doorsnee materiaal dat werd gebruikt in het huishouden op de beide hoeves. Op de website van het Drents Archief is veel informatie over de koloniewoningen en haar bewoners te achterhalen. In geval van hoeve 24 kunnen de aangetroffen vondsten dan ook daadwerkelijk gekoppeld worden aan haar bewoners. Het is aannemelijk dat het meeste vondstmateriaal van dit perceel dateert uit de laatste circa 50 jaar van het bestaan van hoeve 24, toen families De Vries en Nieuwenhuis de hoeve bewoonden.

Terug naar overzicht
  • Tijdsbestek: 3 - 6 maanden
  • Plaats: Frederiksoord

Certificering