Archeologie

‘Wonen met een PLUS’: archeologisch onderzoek in Delfzijl

In opdracht van gemeente Eemsdelta en Rottinghuis’ Aannemingsbedrijf is in het centrum van Delfzijl een deel van de bestaande bebouwing gesloopt om ruimte te maken voor het nieuwe appartementencomplex ‘Wonen met een PLUS’. Dit bood MUG Ingenieursbureau de unieke kans om archeologisch onderzoek uit te voeren op locatie. De aangetroffen sporen en vondsten variëren van delen van de oudste vesting van Delfzijl (16e eeuw) tot en met bebouwing uit de 17e, 18e en 19e eeuw.

Resten van de oudste vesting van Delfzijl
De oudste fase van de vesting Delfzijl dateert vanaf de 15e eeuw. Resten hiervan zijn aangetroffen in de zuidwesthoek van het onderzoeksgebied. Daar vonden onze archeologen een deel van een waterweg die naar de gracht rondom het toenmalige blokhuis van Delfzijl liep. Deze waterweg is duidelijk zichtbaar op de historisch-topografische kaart van 1570.

Bewoning aan de Water- en Willemstraat
Vanaf het einde van de 16e en begin van de 17e eeuw wordt de vesting Delfzijl vergroot en opnieuw ingericht. Onder meer het blokhuis wordt verplaatst, meerdere soldatenbarakken worden gebouwd en het straatbeeld verandert. Een deel van het huidige stratenplan stamt uit die tijd. Langs de Willemstraat en (vooral) langs de Waterstraat troffen onze archeologen resten aan van de bebouwing die langs deze straten lag.

Langs de Waterstraat werd bijvoorbeeld een huis uit het eerste kwart van de 17e eeuw gevonden, inclusief muurwerk, resten van keldertjes en waterputten. Achter de huizen aan de Waterstraat lagen de achtererven, waarvan er één is opgegraven. Hier troffen onze archeologen onder andere veel materiaal uit de 18e en 19e eeuw aan in de op het erf gelegen sporen (sloten, greppels, afvalkuilen). De rijkdom aan vondsten verstrekt veel informatie over deze periode. Het mooie aardewerk, met name geïmporteerd Engels aardewerk en glaswerk getuigt ervan dat de bewoners aan de Waterstraat niet onbemiddeld waren. 

Leerlooiers- en steenbakkersambacht
In het opgegraven achtererf is een kuil gevonden met daarin afval van leerlooien. Dit afval bestaat vooral uit de resten van schedels en onderpoten van runderen. Nadat de dieren werden geslacht, werden hun huiden inclusief poten en kop, naar de leerlooier gebracht. Tijdens het looiproces bleven de dierlijke botten over als afval dat vervolgens werd gedumpt.

Ook zijn er, verspreid over het hele onderzoeksterrein, kuilen gevonden met hierin resten van bakstenen en dakpannen, waaronder een groot aantal misbaksels en asresten. Deze kuilen kunnen worden geïnterpreteerd als tichelkuilen. Dit zijn kuilen die werden gegraven om klei te winnen ten behoeve van de productie van bouwmateriaal.


Resten van de productie van bouwmateriaal

Uit deze resten is duidelijk dat in de directe omgeving van de onderzoekslocatie het ambacht van leerlooien werd uitgeoefend en bouwmateriaal werd geproduceerd. De bakstenen en dakpannen zullen zijn gebruikt voor de nieuwe uitleg van de vesting Delfzijl vanaf het eind van de 16e en het begin van de 17e eeuw.

Momenteel wordt aan het evaluatierapport van dit onderzoek gewerkt.

Dronefoto: Eemskrant

Terug naar overzicht
  • Opdrachtgever: Gemeente Eemsdelta, Rottinghuis' Aannemingsbedrijf
  • Plaats: Delfzijl

Certificering